De doelgroep

 

“Op School” is ontwikkeld voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en voortgezet onderwijs. 

Het programma kent vier verschillende rollen die binnen de scholen worden vervuld. Aan die personen worden in overleg met de school allemaal afzonderlijke rechten toegekend.

1. de leerkracht/mentor
De leerkracht is de enige die in het leerlingdossier werkt. Wanneer er sprake is van een duobaan krijgen beide leerkrachten toegang tot de gegevens van die groep. Zij moeten goed duidelijk kunnen maken waar de verschillen in opvattingen zitten over de betreffende leerling en moeten wel goed afstemmen hoe de plannen eruit gaan zien. Heeft een leerkracht meerdere groepen dan wordt hij aan al die leerlingen gekoppeld

2. de begeleider
De intern begeleiders kunnen meekijken in de dossiers. Zij kunnen er geen veranderingen in aanbrengen. De ib-er kan wel per mail reageren op de screening en/ of het handelingsplan en krijgt via de mail door wanneer een handelingsplan is aangepast. 
 

3. de directie/vakleerkracht

de directie en vakleerkrachten kunnen meekijken in de dossiers. Voor de directies zijn met name de rapportages op gropes- en schooln iveau van belang. Zij kunnen de dossiers niet bewerken en hebben geen mailfunctie. Het gaat alleen om de inzage in de gegevens.  

 

4. de beheerder
Per school wordt een beheerder benoemd. Die kan gedurende het schooljaar kleine wijzigingen doorvoeren zoals een leerkracht die erbij komt of weggat, een nieuwe leerling of een wisseling van groep. De beheerder heeft verder geen toegang tot de leerlingdossiers.